zondag 12 november 2017

's Zondags gaan we naar de kerk... Toch? (2)

Reacties

Mijn vorige blog n.a.v. het boek 'Zo zijn onze manieren' riep best wel wat reacties op. Reacties van herkenning. Mensen die dezelfde vragen hebben als ik, die een bepaalde onvrede ervaren als het gaat om de manier waarop de kerk zich gevormd heeft.  Die zich afvragen waarom we doen wat we doen tijdens de zondagse samenkomst.
Er waren ook mensen die hier en daar wat kritische kanttekeningen plaatsten. Onder de blog of in privé berichtjes. Fijn, want ook die reacties helpen mij in mijn zoektocht.

Wat ik, voordat ik verder schrijf, voorop wil stellen is dat mijn blogs niet bedoeld zijn als aanklacht tegen de kerken en gemeenten zoals wij die kennen. Het feit dat we op zondag naar een samenkomst kunnen gaan, of zelfs naar meerdere, dat we in vrijheid samen mogen komen, is een zegen en een voorrecht. En zeker ook een goede gewoonte. Deze blogs zijn veel meer een wikken en wegen van mijn kant om erachter te komen hoe ik mijn leven als christen vorm wil geven en wat het dan betekent dat ik onderdeel ben van een grote groep gelovigen wereldwijd, ook wel 'kerk' genoemd.

De zondagse samenkomst

Afgelopen week ben ik verder gegaan in het boek 'Zo zijn onze manieren'. In hoofdstuk drie wordt aandacht besteed aan hoe de zondagse eredienst of samenkomst er in de meeste gevallen uitziet en hoe deze door de tijd heen zijn vorm heeft gekregen.

In de meeste kerken en gemeenten (van oud gereformeerde gemeenten tot pinkstergemeenten) zijn er een aantal onderdelen die in de zondagse dienst terugkomen (soms in een andere volgorde):
  • Begroeting
  • De zangdienst (in één blok of verdeeld over de dienst)
  • De mededelingen
  • De collecte
  • De preek gevolgd door een activiteit (bijvoorbeeld het avondmaal, gebed, oproep, zingen van een lied)
  • Zegen
Deze wat statische vorm van samenkomen is langzaam maar zeker ontstaan en haar voornaamste wortels liggen in de middeleeuwse, katholieke mis die door Gregorius de Grote (540-604) zijn vorm heeft gekregen.

Het bizarre is dat de mis een mengeling was van heidense en Joodse rituelen en dat hij doordrenkt was van het heidens-magisch denken en vol invloeden uit het Griekse denken. De latere katholieke mis die in de zestiende eeuw ontstond was ten diepste heidens. Kledij van heidense priesters, het gebruik van wierook en wijwater bij reinigingsrituelen, het branden van kaarsen tijden de dienst, kerkgebouwen volgens de architectuur van de Romeinse basilieken, de Romeinse wetgeving als basis voor het 'canoniek recht' (Pag. 100).

Toen de protestantse kerken ontstonden kwam de kansel, niet het altaar zoals in de katholieke kerk, centraal te staan. De preek werd het hoogtepunt van de protestantse dienst. Het boek beschrijft de invloeden van de diverse reformators en bewegingen. Daar wil ik verder hier niet op in gaan.

Wat ik mooi vind in het boek is dat de schrijver op pagina 129 zegt:
'Het is duidelijk dat het protestantse verloop van de eredienst niet bij de Heer Jezus, de apostelen of de geschriften van het Nieuwe Testament vandaan komt. Op zich maakt dat de liturgie nog niet verkeerd. Het betekent alleen dat een Bijbelse basis ontbreekt. Het is een feit dat we in onze cultuur veel dingen doen die een heidense oorsprong hebben. Denk aan de kalender die we gebruiken. De dagen van de week en de maanden van het jaar zijn naar heidense goden vernoemd. Maar door het gebruik van deze algemeen aanvaarde kalender zijn we nog geen heidenen.'

Er zijn echter wel een paar dingen de moeite waard om over na te denken als we kijken naar de huidige vorm van onze samenkomst. Ik vat ze hier samen (Pag. 130-132):
  • De protestantse liturgie beperkt de wederzijdse participatie en de groei van de christelijke gemeenschap. Het lichaam van Christus wordt bekneld doordat de gemeenteleden moeten zwijgen. Je kunt niet door andere leden van het lichaam worden verrijkt en je kunt anderen ook niet verrijken. Dit in tegenstelling tot de 'ieder heeft iets' bijeenkomsten waar we van lezen in de brieven van Paulus. 
  • De protestantse liturgie ondermijnt het leiderschap van Jezus Christus. De hele dienst wordt door één persoon geleid. Waar is de vrijheid die de Heer Jezus heeft om naar eigen believen door Zijn lichaam te spreken? Waar in de liturgie kan God een broeder of zuster een woord geven om dit te delen met de hele gemeente?  Jezus Christus heeft geen vrijheid om Zichzelf door Zijn lichaam te uiten wanneer en hoe Hij dat wil. Ook Hij is tot een passieve toeschouwer gereduceerd. Het lichaam van Christus wordt lamgelegd door de protestantse liturgie. Het wordt één grote tong (soms twee of drie) met een heleboel kleine oren. 
  • De zondagse eredienst is voor veel christenen saai, voorspelbaar, plichtmatig en routinematig. Ook in meer evangelische gemeenten waar een breed arsenaal van moderne media en drama is is er nog steeds sprake van een dienst die onder controle is van de voorganger, is er nog steeds sprake van een liedsandwich en zijn de gemeenteleden zwijgzame toeschouwers. 
  • De protestantse liturgie bevordert passiviteit, belemmert het functioneren van het lichaam van Christus en is zo een belemmering voor geestelijke groei. We groeien namelijk door te functioneren, niet door passief toe te kijken en te luisteren.

Hoe dan wel? 

Het is eenvoudig om te kijken naar wat er allemaal niet Bijbels verantwoord is en wat er aan heidense gebruiken is ingeslopen in de loop van de tijd. Maar hoe zou je een zondagse samenkomst dan wel vorm kunnen geven? Het boek geeft daar geen uitgebreid antwoord op. Ik heb me laten vertellen dat Frank Viola daar in een ander boek verder op in gaat. Toch geeft hij wel een voorbeeld van een levendige samenkomst onder het leiderschap van Christus die Frank zelf bezocht heeft. Een bijeenkomst waarin een dertigtal mensen bij elkaar komt en waarin er door verschillende gemeenteleden een bijdrage wordt geleverd zonder dat daar vooraf een structuur in is aangebracht.

Passiviteit

Hoewel het voor mij nog niet helder is hoe je dat dan organiseert en hoe je een groep gemeenteleden dan bij elkaar krijgt zonder weer te verzanden in alweer een nieuwe beweging of kerk, is voor mij in dit hoofdstuk wel duidelijk geworden dat het 'passieve' deelnemen aan, of beter gezegd: toeschouwen van de dienst niet bijdraagt tot een verfrissend, bloeiend geestelijk leven. En dat herken ik wel bij mezelf. Dat ik soms naar de dienst ga en zo graag een lied zou willen zingen omdat mijn hart daar al dagen vol van is, en dat we dan liederen zingen die ook prima zijn, maar niet aansluiten bij waar ik op dat moment zit.

Een ander voorbeeld waarin de passiviteit mij enorm stoorde was een dienst een paar jaar geleden. De spreker had het over 'vergeving'. Aan de hand van een bijbelgedeelte riep hij op om vooral te vergeven als een ander je iets had aangedaan. Het was een kort-door-de-bocht preek en wat mij betreft een halve waarheid. Ik luisterde met pijn in mijn hart voor al die mensen die met heftige trauma's in de dienst zaten en aan wie nog nooit om vergeving gevraagd was door de dader. Mensen misschien nog midden in hun verwerkingsproces. De spreker beëindigde zijn preek, sloot af met een gebed en daarna was er avondmaal. Ik zag een vrouw opstaan en huilend de zaal verlaten. Ik kende haar en wist dat deze preek haar pijn had gedaan. Het had haar niet dichter naar Jezus gebracht. En ik kon er niets aan doen. Ik kon het niet nuanceren. Degene die het avondmaal leidde bedankte de spreker voor zijn mooie en ware woorden. Mijn maag draaide zich om.

Levende stenen

Het effect van de protestantse liturgie. Wil ik daar echt aan mee doen? Ik denk aan de tekst uit 1 Petrus 2:4-5 en12 waar staat:

Voeg u bij Hem, bij de levende steen die door de mensen werd afgekeurd maar door God werd uitgekozen om zijn kostbaarheid, en laat u ook zelf als levende stenen gebruiken voor de bouw van een geestelijke tempel. Vorm een heilige priesterschap om geestelijke offers te brengen die God, dankzij Jezus Christus, welgevallig zijn....
Leid te midden van de ongelovigen een goed leven, opdat zij die u nu voor misdadigers uitmaken, door uw goede daden tot inzicht komen en God eer bewijzen op de dag waarop hij komt rechtspreken.


Dat is zo mijn verlangen dat ik, midden in een wereld die God niet meer kent, een levende steen kan zijn. Een steen waar mensen op kunnen bouwen en waar ze Gods liefde doorheen kunnen zien. Natuurlijk is het dan goed om ook de andere stenen van die geestelijke tempel te ontmoeten, maar de vraag is of de zondagse dienst in zijn huidige vorm daar de meest ideale plek voor is. 

Ik ga verder met lezen en ben benieuwd naar het vervolg. 

1 opmerking:

  1. Wat een prachtige overdenking van jou Judith.
    Het is precies zoals ik zelf ook in mijn hart ervaar en beleef.
    Ik heb,net als jij beschrijft,ook zo'n verlangen naar meer van de Geest in onze statische één richtingsverkeer diensten.

    BeantwoordenVerwijderen